De taal als instrument voor karaktervorming
Praktisch deugdelijke aanpak
In 2007 geef ik een workshop op een Nederlands basisonderwijs in een groep 8 in Suriname. Ik ben al gewaarschuwd voor deze zeer rumoerige klas. Het gebrek aan discipline is goed merkbaar. En dat is ook de reden van mijn komst. Ik heb voor een kringopstelling gekozen. Als de leerlingen binnenkomen gaan ze in de kring zitten. De juf van de klas is verlaat. Het is ruim na 8.00 uur en ik ben nog niet gestart. Het is slechts enkele leerlingen ter oren gekomen dat ik aangegeven heb te starten, als ik de aandacht van iedereen heb. De rest is druk met elkaar. Ik observeer om er erachter te komen wat er werkelijk speelt. Een klein aantal leerlingen zitten rustig en kijken mij met grote ogen aan, sommigen met medelijden lijkt het wel. Anderen zich afvragend wanneer de rest ook eens stil zal worden. Een enkeling probeert mij te helpen door boven het geluid van de anderen uit te komen en te roepen om stilte. Het zet geen zoden aan de dijk.
Mijn plan
Ondertussen heb ik door wat er precies gaande is. Ik heb een plannetje. Ik loop langzaam naar de jongen die ik inmiddels bewonder omdat hij door zijn aanwezigheid alleen al alle aandacht weet op te eisen. De groep die niet stil te krijgen is, adoreert hem. Ik zie ook gelijk dat hij de oudste van de klas moet zijn. Wellicht een 1 of 2 keer blijven zitten, vermoedde ik. En absoluut een leider!
De zachte confrontatie
Om zijn aandacht te krijgen, tik ik zachtjes op zijn schouder. Hij kijkt mij met geschrokken ogen aan. Hij raakt verward als hij mijn vriendelijk gezicht ziet. Ik vraag hem of hij even twee minuten voor mij heeft onder vier ogen. Ik zie dat hij van zijn á propos af is, toch knikt hij gelijk. De klas is ineens een paar seconden stil, daarna barst het los met opmerkingen als dat hij op zijn kop gaat krijgen. Of de Surinaamse “Kisie mooi!” (Bijtend: net goed voor je!). Ik loop met hem naar buiten, de zon tegemoet. Door het glas in de deur kunnen de leerlingen uit de klas meekijken. Nog voor ik iets gezegd heb, stamelt hij: “Juf, sorry, sorry! Ik zal rustig zijn.”
Horen en zien van leerling
We staan met onze rug naar de klas. Ik voel mededogen voor hem en sla een arm om hem heen terwijl ik mij naar hem toe buig. Ik ken zijn naam, want die is zo vaak gevallen toen ik de klas aan het observeren was. “ Ik wil je over iets anders spreken. X, Ik heb een probleem en ik denk dat jij mij uitstekend kan helpen. Ik zie dat je betrokken bent met de klas en de kwaliteit hebt om de aandacht van de leerlingen te krijgen. Ik heb last van mijn keel en mijn stem heeft rust nodig. Ik heb iemand nodig die voor mij de klas tot orde kan roepen, als dat nodig is. Wil je mij daarbij helpen?” Dit was alles behalve wat hij verwachtte. Hij had de wind van voren verwacht, iets wat blijkbaar altijd gebeurd. Hij kijkt mij verwonderend aan en knikt hevig. Hij lijkt erg opgelucht als hij zegt: “Ja, juf dat wil ik zeker!” Hij is overdonderd.
We stappen samen de klas weer in. Stralend roept hij: “Stilte allemaal! Juf Ike gaat beginnen!”
Verbazing van de docente
Een betere assistent had ik niet kunnen krijgen, moet ik zeggen. De dag verliep gesmeerd. De juf van deze klas zou later komen, toen ze de klas binnenkwam heerste er rust en concentratie. Na de workshop vroeg ze mij hoe dat kon, deze bijna sereniteit had ze nog nooit meegemaakt.
Inmiddels zijn we 14 jaar later. En X weet nog steeds mensen aan hem te binden. Ze luisteren ook graag naar hem: hij is tegenwoordig een bekende rapper in Suriname die ook bekendheid in Nederland geniet.
Heeft u het vermogen om te zien wie u tegenover u heeft?
Zijn uw leerkrachten in staat om achter het negatieve, positieve mogelijkheden te ontdekken bij de leerlingen? En bent u als directie instaat om achter het negatieve, positieve mogelijkheden te ontdekken bij uw leerkracht?